Onderwijs in tijden van technologische revolutie
De digitalisering heeft ervoor gezorgd dat kinderen, jongeren en studenten vanzelf anders zijn gaan leren. Waar vroeger het doorgeven van kennis uitermate belangrijk was, zien we dat door de introductie van de computer en de smartphone in combinatie met het internet zij op een andere, meer zelfstandige manier tot inzichten komen en leren. Ze doen dit door maximaal gebruik te maken van alle digitale hulpmiddelen die hen ter beschikking staan.
“De generatie van studenten van vandaag zijn jongeren die eigenlijk meer video willen absorberen. Veel meer dan boeken absorberen.” Jan de Witte, CEO Barco
Digitalisering heeft de wereld danig door elkaar geschud. Dat is niet anders in het onderwijs. Sterker nog, scholen krijgen met deze evolutie een uitgelezen kans om in te spelen op recente ontwikkelingen en vernieuwingen om zo hun studenten beter voor te bereiden op de maatschappij van nu en morgen. Want onze samenleving verwacht - terecht - competente burgers qua kennis, vaardigheden en attitude. Mensen die dus in staat zijn om autonoom en verantwoordelijk te leren en te handelen, om kritisch-constructief samen te werken en helder en verbindend te communiceren, om maar enkele voorbeelden te noemen.
In die context is het belangrijk om ervoor te zorgen dat elk individu zich kan ontwikkelen op een manier die hem of haar toelaat zijn of haar plaats in onze samenleving op te nemen. En hierbij kan onderwijs het verschil maken. Volop kiezen voor onderwijsinnovatie in combinatie met inzetten op en investeren in ICT, laat scholen toe om van leren iets flexibel en gepersonaliseerd te maken. Essentieel hierbij is dat scholen meer aandacht besteden aan technologie in het onderwijsproces, nieuwe digitale leeromgevingen, infrastructuur maar bovenal aan het bekwamen van leerkrachten op gebied van leren en onderwijzen in het algemeen en ICT in het bijzonder.
Strategisch gebruik van technologie in het onderwijs vraagt een professionele leercultuur. Een cultuur die ruimte biedt om te experimenteren, te reflecteren, en competent en beklijvend te implementeren. Waarbij het uitermate belangrijk is dat mensen inspraak krijgen, hun ervaringen kunnen delen en de kans krijgen om te co-creëren. Niet enkel met directe collega-leerkrachten onderling maar ook met leerlingen, ouders en externen. Anderzijds wordt er van leerkrachten en andere onderwijsmedewerkers verwacht dat ze onderwijsvernieuwingen een kans geven door er zelf mee te experimenteren en – hopelijk – mee aan de slag te gaan. Anders gezegd: niet alleen omarmen wat is, maar vooral wat mogelijk is.
“Wat we zien is dat de technologieën de juiste technologieën zijn, maar dat de leraren en de professoren hun manier van lesgeven moeten aanpassen.” Jan de Witte, CEO Barco
In plaats van een reactieve ingesteldheid is er nood aan een innovatieve en proactieve basishouding. Enkel zo kan de school, klas, les- en leerpraktijk aansluiting vinden met de hedendaagse context en gevat worden in een vernieuwde visie op onderwijs.
Het belang van werkplekleren
"Hoe sneller je mensen kan betrekken in het bedrijfsleven en hen kan uitleggen waarom studeer je eigenlijk wat je aan het studeren bent, hoe beter" Marc van Herreweghe, CEO Mydibel Group
Leren op de werkplek (ofwel: ‘training-on-the-job’) wint aan populariteit en neemt binnen steeds meer organisaties de plek in van de klassieke trainingen en cursussen die lange tijd de norm waren. Daar is een reden voor: al werkend leren, biedt in vergelijking met studerend leren meer ruimte om snel en effectief in te spelen op nieuwe ontwikkelingen of technologische innovaties. (bron: Rick van Echtelt AG5)
Voordelen ten opzichte van studerend leren:
de nadruk ligt bij de leerlingen op het doen i.p.v. luisteren en kijken, waardoor ze sneller de vertaalslag van theorie naar praktijk kunnen maken
deelnemers krijgen direct feedback op leerresultaten
Nadelen/valkuilen:
weten waarom je iets doet is immers net zo belangrijk als doorhebben hoe je iets doet
ervaringsdeskundige die foute of ineffectieve werkwijzen doorgeeft aan lerende
in strikt hiërarchisch gestructureerde organisaties is er doorgaans minder sprake van een leercultuur
"Dat ze eigenlijk tijdens hun studies al in contact komen met het bedrijfsleven. Dat geeft hen ook zin aan wat ze studeren want dan zien ze wat ze er later mee kunnen doen”. Michèle Sioenar, CEO Sioen Industries
Om het onderwijs toekomstbestendig te maken zou er meer gewerkt kunnen worden met authentieke opdrachten vanuit de bedrijven. Hiermee wordt bedoeld: opdrachten of projecten die de reële bedrijfscontext weergeven en waarbij niet alleen gefocust wordt op toepassing en ontwikkeling van kennis en vaardigheden ter uitvoering van die opdrachten maar evenzeer op de ontwikkeling van de leervaardigheden.
Traditioneel richten docenten zich voornamelijk op reproductief en individueel leren waardoor het leren abstract blijft en studenten nauwelijks leren om theorie en praktijk met elkaar te verbinden (Assen, 2018).
Vooral projecten bieden studenten een authentieke context waarbinnen praktijkrelevante kennis en
21e-eeuwse vaardigheden kunnen worden opgedaan, toegepast en verdiept.(bron,”Perspectieven op curriculuminnovatie in het Hoger onderwijs,Dr.J.I.A. Visscher-Moerman)
Vaardigheden voor de 21ste eeuw
In de éénentwintigste eeuw heeft onderwijs een andere opdracht gekregen. Wat betekent dat scholen, pedagogen, leerkrachten en andere onderwijsmedewerkers, maar uiteindelijk de hele maatschappij voor een grote uitdaging staan. De vraag is: hoe kunnen scholen(groepen) een juiste invulling geven aan een snel en continu veranderende socio-economische context. Waarbij leerkrachten de grote diversiteit aan talenten en interesses van leerlingen cultiveren, algemene en beroepsgerichte vakken overstijgen. En bovendien ook duurzame partnerschappen aangaan om samen met de arbeidsmarkt jongeren in contact te brengen met verschillende soorten werkomgevingen. Hierbij wordt uitgegaan dat onderwijs leerlingen in staat moet stellen om sociaal, economisch en ethisch verantwoordelijk en onafhankelijk te zijn.
Samengevat de school heeft als taak om jongeren basiscompetenties bij te brengen. Waaronder het praktiseren en stimuleren van de volgende '21th century skills' die in grote lijnen als volgt samengevat kunnen worden:
Lees ook